Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. bezorgd zijn:


Dutch

Detailed Synonyms for bezorgd zijn in Dutch

bezorgd zijn:

bezorgd zijn verb (ben bezorgd, bent bezorgd, is bezorgd, was bezorgd, waren bezorgd, bezorgd geweest)

  1. bezorgd zijn
    bezorgd zijn
    • bezorgd zijn verb (ben bezorgd, bent bezorgd, is bezorgd, was bezorgd, waren bezorgd, bezorgd geweest)

Conjugations for bezorgd zijn:

o.t.t.
  1. ben bezorgd
  2. bent bezorgd
  3. is bezorgd
  4. zijn bezorgd
  5. zijn bezorgd
  6. zijn bezorgd
o.v.t.
  1. was bezorgd
  2. was bezorgd
  3. was bezorgd
  4. waren bezorgd
  5. waren bezorgd
  6. waren bezorgd
v.t.t.
  1. ben bezorgd geweest
  2. bent bezorgd geweest
  3. is bezorgd geweest
  4. zijn bezorgd geweest
  5. zijn bezorgd geweest
  6. zijn bezorgd geweest
v.v.t.
  1. was bezorgd geweest
  2. was bezorgd geweest
  3. was bezorgd geweest
  4. waren bezorgd geweest
  5. waren bezorgd geweest
  6. waren bezorgd geweest
o.t.t.t.
  1. zal bezorgd zijn
  2. zult bezorgd zijn
  3. zal bezorgd zijn
  4. zullen bezorgd zijn
  5. zullen bezorgd zijn
  6. zullen bezorgd zijn
o.v.t.t.
  1. zou bezorgd zijn
  2. zou bezorgd zijn
  3. zou bezorgd zijn
  4. zouden bezorgd zijn
  5. zouden bezorgd zijn
  6. zouden bezorgd zijn
diversen
  1. ben bezorgd!
  2. bezorgd geweest
  3. bezorgd zijnde
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for bezorgd zijn