Dutch
Detailed Synonyms for celebreren in Dutch
celebreren:
-
celebreren
Conjugations for celebreren:
o.t.t.
- celebreer
- celebreert
- celebreert
- celebreren
- celebreren
- celebreren
o.v.t.
- celebreerde
- celebreerde
- celebreerde
- celebreerden
- celebreerden
- celebreerden
v.t.t.
- heb gecelebreerd
- hebt gecelebreerd
- heeft gecelebreerd
- hebben gecelebreerd
- hebben gecelebreerd
- hebben gecelebreerd
v.v.t.
- had gecelebreerd
- had gecelebreerd
- had gecelebreerd
- hadden gecelebreerd
- hadden gecelebreerd
- hadden gecelebreerd
o.t.t.t.
- zal celebreren
- zult celebreren
- zal celebreren
- zullen celebreren
- zullen celebreren
- zullen celebreren
o.v.t.t.
- zou celebreren
- zou celebreren
- zou celebreren
- zouden celebreren
- zouden celebreren
- zouden celebreren
diversen
- celebreer!
- celebreert!
- gecelebreerd
- celebrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze