Deels: Synonyms in Dutch

Summary

Dutch Synonyms: more detail...

deels:
- gedeeltelijk; voor een deel; deels; ten dele
deel:
- onderdeel; component; deel; bestanddeel; ingrediënt; basisbestanddeel; stuk; element; fractie; gedeelte; part; aandeel; erfenis; erfdeel; wat iemand erft; band; volume; boekdeel; dorsvloer
- deel

Dutch

Detailed Synonyms for deels in Dutch

het deel
het onderdeel; de component; het deel; het bestanddeel; het ingrediënt; het basisbestanddeel; het stuk; de element; de fractie
- onderdeel [het ~] noun
- component [de ~ (m)] noun
- deel [het ~] noun
- bestanddeel [het ~] noun
- ingrediënt [het ~] noun
- basisbestanddeel [het ~] noun
- stuk [het ~] noun
- element [de ~ (m)] noun
- fractie [de ~ (v)] noun
het deel
het stuk; het deel; het gedeelte; de part; de fractie
- stuk [het ~] noun
- deel [het ~] noun
- gedeelte [het ~] noun
- part [de ~] noun
- fractie [de ~ (v)] noun
het deel
het aandeel; het deel; de part
- aandeel [het ~] noun
- deel [het ~] noun
- part [de ~] noun
het deel
de erfenis; het deel; het erfdeel; wat iemand erft
- erfenis [de ~ (v)] noun
- deel [het ~] noun
- erfdeel [het ~] noun
- wat iemand erft [znw.] noun
het deel
de band; het volume; het boekdeel; het deel
- band [de ~ (m)] noun
- volume [het ~] noun
- boekdeel [het ~] noun
- deel [het ~] noun
het deel
het deel; de dorsvloer
- deel [het ~] noun
- dorsvloer [de ~ (m)] noun
het deel

– wat kleiner is dan het totaal ¹
het deel; het stuk; het gedeelte; het element; de part
– wat kleiner is dan het totaal ¹
- deel [het ~] noun
  - je krijgt ook een deel van de winst¹
- stuk [het ~] noun
  - wil je ook een stuk taart?¹
- gedeelte [het ~] noun
  - in welk gedeelte van de trein wil je zitten?¹
- element [het ~] noun
  - deze bank bestaat uit drie elementen¹
- part [de ~] noun
  - ik snij de appel in partjes¹