Dutch

Detailed Synonyms for gebluf in Dutch

gebluf:

gebluf [het ~] noun

  1. het gebluf
    de grootspraak; de branie; de opschepperij; de dikdoenerij; de snoeverij; het gebluf; het gebral; het gepoch
  2. het gebluf
    de bravoure; de grootspraak; het gebluf