Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. gezin:


Dutch

Detailed Synonyms for gezin in Dutch

gezin:

gezin [het ~] noun

  1. het gezin
    de familie; het gezin; het huisgezin
  2. het gezin
    het gezin
  3. het gezin
    – man, vrouw en kinderen 1
    de familie; het gezin
    – man, vrouw en kinderen 1
    • familie [de ~ (v)] noun
      • ik wil je aan mijn familie voorstellen1
    • gezin [het ~] noun
      • hij komt uit een groot gezin1

Related Words for "gezin":

  • gezinnen

Alternate Synonyms for "gezin":


Related Definitions for "gezin":

  1. man, vrouw en kinderen1
    • hij komt uit een groot gezin1