Summary


Dutch

Detailed Synonyms for juwelen in Dutch

juwelen:

juwelen [de ~] noun, plural

  1. de juwelen
    de sieraden; de bijouterieën; de juwelen
  2. de juwelen
    de juwelen; geslepen edelgesteenten

Related Words for "juwelen":


juweel:

juweel [het ~] noun

  1. het juweel
    het juweel; het bijou; het sieraad

Related Words for "juweel":