Kleinigheden: Synonyms in Dutch

Summary

Dutch Synonyms: more detail...

kleinigheden:
- kleinigheden; akkefietjes; bagatellen; kleine dingen; futiliteiten; dingetjes; kleinigheidjes
kleinigheid:
- kleinigheid; bagatel; akkefietje; futiliteit; onbelangrijk iets; dingetje; peulenschil; niemendalletje; wissewasje; snuisterij; klein cadeautje; beetje

Dutch

Detailed Synonyms for kleinigheden in Dutch

de kleinigheden
de kleinigheden; de akkefietjes; de bagatellen
- kleinigheden [de ~] noun, plural
- akkefietjes [de ~] noun, plural
- bagatellen [de ~] noun, plural
de kleinigheden
de kleinigheden; kleine dingen
- kleinigheden [de ~] noun, plural
- kleine dingen [znw.] noun
de kleinigheden
de futiliteiten; de kleinigheden; dingetjes; kleinigheidjes
- futiliteiten [de ~] noun, plural
- kleinigheden [de ~] noun, plural
- dingetjes [znw.] noun
- kleinigheidjes [znw.] noun

de kleinigheid
de kleinigheid; de bagatel; het akkefietje
- kleinigheid [de ~ (v)] noun
- bagatel [de ~] noun
- akkefietje [het ~] noun
de kleinigheid
de futiliteit; de kleinigheid; onbelangrijk iets; de bagatel; het dingetje; de peulenschil; het niemendalletje; het wissewasje
- futiliteit [de ~ (v)] noun
- kleinigheid [de ~ (v)] noun
- onbelangrijk iets [znw.] noun
- bagatel [de ~] noun
- dingetje [het ~] noun
- peulenschil [de ~] noun
- niemendalletje [het ~] noun
- wissewasje [het ~] noun
de kleinigheid
de snuisterij; de kleinigheid
- snuisterij [de ~ (v)] noun
- kleinigheid [de ~ (v)] noun
de kleinigheid
de bagatel; de peulenschil; de kleinigheid; het wissewasje
- bagatel [de ~] noun
- peulenschil [de ~] noun
- kleinigheid [de ~ (v)] noun
- wissewasje [het ~] noun
de kleinigheid
de kleinigheid; het klein cadeautje
- kleinigheid [de ~ (v)] noun
- klein cadeautje [het ~] noun
de kleinigheid
het beetje; de kleinigheid
- beetje [het ~] noun
- kleinigheid [de ~ (v)] noun