Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. koning:


Dutch

Detailed Synonyms for koning in Dutch

koning:

koning [de ~ (m)] noun

  1. de koning
    de koning; de monarch; de heerser; de soeverein; de vorst
  2. de koning
    – vorst die een land regeert 1
    de koning
    – vorst die een land regeert 1
    • koning [de ~ (m)] noun
      • in Nederland hebben ze geen koning maar een koningin1

Related Words for "koning":

  • koningen

Related Definitions for "koning":

  1. vorst die een land regeert1
    • in Nederland hebben ze geen koning maar een koningin1