Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. muur:


Dutch

Detailed Synonyms for muur in Dutch

muur:

muur [de ~ (m)] noun

  1. de muur
    de muur; de heining
  2. de muur
    – rechtopstaande, stenen wand 1
    de muur
    – rechtopstaande, stenen wand 1
    • muur [de ~ (m)] noun
      • ik schilder de muren van mijn huis wit1

Related Words for "muur":

  • muren, muurtje, muurtjes

Related Definitions for "muur":

  1. rechtopstaande, stenen wand1
    • ik schilder de muren van mijn huis wit1

Related Synonyms for muur