Summary


Dutch

Detailed Synonyms for nietsdoen in Dutch

nietsdoen:

nietsdoen verb (doe niets, doet niets, deed niets, deden niets, niets gedaan)

  1. nietsdoen
    luieren; lanterfanten; lummelen; niksen; rondhangen; nietsdoen
    • luieren verb (luier, luiert, luierde, luierden, geluierd)
    • lanterfanten verb (lanterfant, lanterfantte, lanterfantten, gelanterfant)
    • lummelen verb (lummel, lummelt, lummelde, lummelden, gelummeld)
    • niksen verb (niks, nikst, nikste, niksten, genikst)
    • rondhangen verb (hang rond, hangt rond, hing rond, hingen rond, rondgehangen)
    • nietsdoen verb (doe niets, doet niets, deed niets, deden niets, niets gedaan)

Conjugations for nietsdoen:

o.t.t.
  1. doe niets
  2. doet niets
  3. doet niets
  4. doen niets
  5. doen niets
  6. doen niets
o.v.t.
  1. deed niets
  2. deed niets
  3. deed niets
  4. deden niets
  5. deden niets
  6. deden niets
v.t.t.
  1. heb niets gedaan
  2. hebt niets gedaan
  3. heeft niets gedaan
  4. hebben niets gedaan
  5. hebben niets gedaan
  6. hebben niets gedaan
v.v.t.
  1. had niets gedaan
  2. had niets gedaan
  3. had niets gedaan
  4. hadden niets gedaan
  5. hadden niets gedaan
  6. hadden niets gedaan
o.t.t.t.
  1. zal nietsdoen
  2. zult nietsdoen
  3. zal nietsdoen
  4. zullen nietsdoen
  5. zullen nietsdoen
  6. zullen nietsdoen
o.v.t.t.
  1. zou nietsdoen
  2. zou nietsdoen
  3. zou nietsdoen
  4. zouden nietsdoen
  5. zouden nietsdoen
  6. zouden nietsdoen
diversen
  1. doe niets!
  2. doet niets!
  3. niets gedaan
  4. nietsdoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze