Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate schoon

Synonyms for schoon in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. schoon:

Dutch

Detailed Synonyms for schoon in Dutch

schoon:

schoon adj

  1. schoon
    schoon; hygienisch; zuiver; rein; kuis
  2. schoon
    mooi; knap; schoon; welgemaakt; bevallig
  3. schoon
    schoon; kuis; rein; net
  4. schoon
    schoon; zuiver; proper
  5. schoon
    schoon; proper; zindelijk
  6. schoon
    netjes; ordelijk; opgeruimd; schoon
  7. schoon
    – zonder stof, viezigheid of vlekken 1
    schoon; rein
    – zonder stof, viezigheid of vlekken 1
    • schoon adj
      • zijn je handen wel schoon?1
    • rein adj
      • het is erg rein in haar keuken1
  8. schoon
    – mooi om te zien of te horen 1
    schoon
    – mooi om te zien of te horen 1
    • schoon adj
      • dat is schone muziek1

schoon [het ~] noun

  1. het schoon
    – het loon nadat alle premies betaald zijn 1
    het schoon
    – het loon nadat alle premies betaald zijn 1
    • schoon [het ~] noun
      • ik verdien 1400 gulden schoon1

Related Words for "schoon":


Alternate Synonyms for "schoon":


Antonyms for "schoon":


Related Definitions for "schoon":

  1. het loon nadat alle premies betaald zijn1
    • ik verdien 1400 gulden schoon1
  2. zonder stof, viezigheid of vlekken1
    • zijn je handen wel schoon?1
  3. mooi om te zien of te horen1
    • dat is schone muziek1

Related Synonyms for schoon







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0373 seconds
Page rendered in 1.0 seconds