Dutch

Detailed Synonyms for slak in Dutch

slak:

slak [de ~] noun

  1. de slak
    de sintel; de slak; de metaalslak; steenkoolslak
  2. de slak
    de slak; de huisjesslak
  3. de slak
    de sijsjeslijmer; treuzelkous; de hannes; de slak; de teut; talmer; de sukkel; de treuzelaar; de treuzel

Related Words for "slak":

  • slakken, slaken