Dutch
Detailed Synonyms for verwringen in Dutch
verwringen:
-
verwringen
Conjugations for verwringen:
o.t.t.
- verwring
- verwringt
- verwringt
- verwringen
- verwringen
- verwringen
o.v.t.
- verwrong
- verwrong
- verwrong
- verwrongen
- verwrongen
- verwrongen
v.t.t.
- heb verwrongen
- hebt verwrongen
- heeft verwrongen
- hebben verwrongen
- hebben verwrongen
- hebben verwrongen
v.v.t.
- had verwrongen
- had verwrongen
- had verwrongen
- hadden verwrongen
- hadden verwrongen
- hadden verwrongen
o.t.t.t.
- zal verwringen
- zult verwringen
- zal verwringen
- zullen verwringen
- zullen verwringen
- zullen verwringen
o.v.t.t.
- zou verwringen
- zou verwringen
- zou verwringen
- zouden verwringen
- zouden verwringen
- zouden verwringen
diversen
- verwring!
- verwringt!
- verwrongen
- verwringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze