Dutch

Detailed Synonyms for vroeg in Dutch

vroeg:

vroeg adj

  1. vroeg
  2. vroeg
    vroeg; pril
  3. vroeg
    – eerder in de tijd dan gebruikelijk of afgesproken 1
    vroeg
    – eerder in de tijd dan gebruikelijk of afgesproken 1
    • vroeg adj
      • ik ga vandaag vroeg naar bed1

Related Words for "vroeg":


Antonyms for "vroeg":


Related Definitions for "vroeg":

  1. eerder in de tijd dan gebruikelijk of afgesproken1
    • ik ga vandaag vroeg naar bed1

vroeg form of vragen:

vragen verb (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)

  1. vragen
    vragen; verzoeken; aanvragen; uitnodigen; aanzoeken
    • vragen verb (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)
    • verzoeken verb (verzoek, verzoekt, verzocht, verzochten, verzocht)
    • aanvragen verb (vraag aan, vraagt aan, vroeg aan, vroegen aan, aangevraagd)
    • uitnodigen verb (nodig uit, nodigt uit, nodigde uit, nodigden uit, uitgenodigd)
    • aanzoeken verb (zoek aan, zoekt aan, zocht aan, zochten aan, aangezocht)
  2. vragen
    vragen; vraag stellen
  3. vragen
    vragen; rekwestreren; aanvragen; verzoeken
    • vragen verb (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)
    • rekwestreren verb (rekwestreer, rekwestreert, rekwestreerde, rekwestreerden, gerekwestreerd)
    • aanvragen verb (vraag aan, vraagt aan, vroeg aan, vroegen aan, aangevraagd)
    • verzoeken verb (verzoek, verzoekt, verzocht, verzochten, verzocht)
  4. vragen
    verzoeken; smeken; bidden; vragen
    • verzoeken verb (verzoek, verzoekt, verzocht, verzochten, verzocht)
    • smeken verb (smeek, smeekt, smeekte, smeekten, gesmeekt)
    • bidden verb (bid, bidt, bad, baden, gebeden)
    • vragen verb (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)
  5. vragen
    aanvragen; verzoeken; opvragen; vragen
    • aanvragen verb (vraag aan, vraagt aan, vroeg aan, vroegen aan, aangevraagd)
    • verzoeken verb (verzoek, verzoekt, verzocht, verzochten, verzocht)
    • opvragen verb (vraag op, vraagt op, vroeg op, vroegen op, opgevraagd)
    • vragen verb (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)
  6. vragen
    – verzoeken je gast te zijn 1
    vragen; uitnodigen
    – verzoeken je gast te zijn 1
    • vragen verb (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)
      • als ik jarig ben vraag ik alle kinderen van de klas1
    • uitnodigen verb (nodig uit, nodigt uit, nodigde uit, nodigden uit, uitgenodigd)
      • ik nodigde hem uit te komen logeren1
  7. vragen
    – zeggen dat je iets wilt hebben of een antwoord wilt krijgen 1
    vragen; verzoeken
    – zeggen dat je iets wilt hebben of een antwoord wilt krijgen 1
    • vragen verb (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)
      • zij vroeg aan Anja hoe oud ze was1
    • verzoeken verb (verzoek, verzoekt, verzocht, verzochten, verzocht)
      • hij verzocht om stilte1
  8. vragen
    – zeggen dat je iets gedaan wilt krijgen 1
    vragen
    – zeggen dat je iets gedaan wilt krijgen 1
    • vragen verb (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)
      • ik vroeg hem de brief terug te sturen1

Conjugations for vragen:

o.t.t.
  1. vraag
  2. vraagt
  3. vraagt
  4. vragen
  5. vragen
  6. vragen
o.v.t.
  1. vroeg
  2. vroeg
  3. vroeg
  4. vroegen
  5. vroegen
  6. vroegen
v.t.t.
  1. heb gevraagd
  2. hebt gevraagd
  3. heeft gevraagd
  4. hebben gevraagd
  5. hebben gevraagd
  6. hebben gevraagd
v.v.t.
  1. had gevraagd
  2. had gevraagd
  3. had gevraagd
  4. hadden gevraagd
  5. hadden gevraagd
  6. hadden gevraagd
o.t.t.t.
  1. zal vragen
  2. zult vragen
  3. zal vragen
  4. zullen vragen
  5. zullen vragen
  6. zullen vragen
o.v.t.t.
  1. zou vragen
  2. zou vragen
  3. zou vragen
  4. zouden vragen
  5. zouden vragen
  6. zouden vragen
diversen
  1. vraag!
  2. vraagt!
  3. gevraagd
  4. vragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vragen [de ~] noun, plural

  1. de vragen
    de vragen; de verzoeken

Related Words for "vragen":


Alternate Synonyms for "vragen":


Antonyms for "vragen":


Related Definitions for "vragen":

  1. verzoeken je gast te zijn1
    • als ik jarig ben vraag ik alle kinderen van de klas1
  2. zeggen dat je iets wilt hebben of een antwoord wilt krijgen1
    • zij vroeg aan Anja hoe oud ze was1
  3. zeggen dat je iets gedaan wilt krijgen1
    • ik vroeg hem de brief terug te sturen1

Related Synonyms for vroeg