Summary
Dutch
Detailed Translations for gelden from Dutch to Swedish
gelden:
-
gelden (van kracht zijn)
Conjugations for gelden:
o.t.t.
- geldt
- gelden
o.v.t.
- gold
- golden
v.t.t.
- heeft gegolden
- hebben gegolden
v.v.t.
- had gegolden
- hadden gegolden
o.t.t.t.
- zal gelden
- zullen gelden
o.v.t.t.
- zou gelden
- zouden gelden
diversen
- gegolden
- geldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for gelden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
ansöka | gelden; van kracht zijn | |
använda | gelden; van kracht zijn | aangrijpen; aanwenden; benutten; bezigen; doorjagen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; inspannen; moeite geven; omleggen; opmaken; praktiseren; profiteren; solliciteren; sport uitoefenen; toepassen; utiliseren; verbruiken |
applicera | gelden; van kracht zijn | aanwenden; bezigen; gebruiken; toepassen |
Related Words for "gelden":
Related Definitions for "gelden":
gelden form of geld:
-
het geld (poen)
Translation Matrix for geld:
Noun | Related Translations | Other Translations |
deg | geld; poen | deeg; dikke zalf; pasta |
klöver | geld; poen | klaver |
pengar | geld; poen | Valuta; centen; duit; duiten; financiële middelen; geldmiddelen; geldstukken; kapitaal; money; valuta |
stålar | geld; poen | |
- | poen |
Related Words for "geld":
Synonyms for "geld":
Related Definitions for "geld":
Wiktionary Translations for geld:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• geld | → kontanter | ↔ cash — money in the form of notes/bills and coins |
• geld | → pengar | ↔ money — means of exchange and measure of value |
• geld | → pengar; penning | ↔ Geld — Zahlungsmittel zur Wertaufbewahrung und zum Tauschen gegen Waren, Leistungen, Berechtigungen und anderes |
• geld | → mynt; pengar | ↔ monnaie — économie|fr unité de mesure de la valeur et d’échange commercial (généralement émise par une institution officielle). |
Related Translations for gelden
Swedish