Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. aandoening:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aandoening from Dutch to Swedish

aandoening:

aandoening [de ~ (v)] noun

  1. de aandoening (lichamelijke aandoening)
    sjukdom; krämpa

Translation Matrix for aandoening:

NounRelated TranslationsOther Translations
krämpa aandoening; lichamelijke aandoening kwaal; kwaaltje; slepende ziekte; stoornis
sjukdom aandoening; lichamelijke aandoening kwaal; misselijkheid; ongemak; ongesteldheid; onpasselijkheid; slepende ziekte; stoornis; ziekte
VerbRelated TranslationsOther Translations
krämpa stuiptrekken

Wiktionary Translations for aandoening:


Cross Translation:
FromToVia
aandoening sjuka; sjukdom; svaghet infirmitéaffection congénitale ou accidentelle qui gêne ou empêcher le fonctionnement de telle ou telle partie de l’organisme.
aandoening sjuka; sjukdom maladie — maladie
aandoening oro; upphetsning; sinnesrörelse émotion — Réaction affectif subite, temporaire et involontaire, souvent accompagnée de manifestations physiques, provoquée par un sentiment intense de peur, de colère, de surprise, etc.

External Machine Translations:

Related Translations for aandoening