Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. aanwezig:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aanwezig from Dutch to Swedish

aanwezig:


Translation Matrix for aanwezig:

NounRelated TranslationsOther Translations
present aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- present
ModifierRelated TranslationsOther Translations
i lager aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig
present aanwezig; present!; tegenwoordig

Related Words for "aanwezig":


Synonyms for "aanwezig":


Antonyms for "aanwezig":


Related Definitions for "aanwezig":

  1. wie ergens is1
    • alle leerlingen waren aanwezig vandaag1

Wiktionary Translations for aanwezig:

aanwezig
adjective
  1. tegenwoordig zijn, er zijn (van mensen)

Cross Translation:
FromToVia
aanwezig närvarande present — in the immediate vicinity
aanwezig närvarande présent — Là où l’on est

Related Translations for aanwezig