Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. stoutheid:
  2. stout:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stoutheid from Dutch to Swedish

stoutheid:

stoutheid [de ~ (v)] noun

  1. de stoutheid (ondeugendheid; lelijkheid)

Translation Matrix for stoutheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
odygdighet lelijkheid; ondeugendheid; stoutheid
olydighet lelijkheid; ondeugendheid; stoutheid
stygghet lelijkheid; ondeugendheid; stoutheid

Related Words for "stoutheid":


Wiktionary Translations for stoutheid:


Cross Translation:
FromToVia
stoutheid djärvhet; fräckhet audacehardiesse excessif.

stout:


Translation Matrix for stout:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- ondeugend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
djärv dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig brutaal; manhaftig; niet beschroomd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig
djärvt dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig brutaal; driest; manhaftig; niet beschroomd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig
heroisk dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig heroïek
heroiskt dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig heroïek
hjältemodigt dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
modigt dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig brutaal; hondsbrutaal; koen; kranig; manhaftig; manmoedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig

Related Words for "stout":

  • stoutheid, stouter, stoutere, stoutst, stoutste, stoute

Synonyms for "stout":


Antonyms for "stout":


Related Definitions for "stout":

  1. wie doet wat niet mag1
    • als je stout bent geweest, krijg je niets van Sinterklaas1

Wiktionary Translations for stout:


Cross Translation:
FromToVia
stout stygg naughty — bad; tending to misbehave or act badly
stout djärv; fräck audacieux — Qui a de l’audace, hardi, osé.
stout illvillig; skälm-; skälkaktig malicieux — Qui a de la malice, qui porter à nuire, à mal faire.

External Machine Translations: