Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. genieten van:


Dutch

Detailed Translations for genieten van from Dutch to Swedish

genieten van:

genieten van verb (geniet van, genoot van, genoten van, genoten van)

  1. genieten van
    tycka om; njuta av
    • tycka om verb (tycker om, tyckte om, tyckt om)
    • njuta av verb (njuter av, njöt av, njutit av)

Conjugations for genieten van:

o.t.t.
  1. geniet van
  2. geniet van
  3. geniet van
  4. genieten van
  5. genieten van
  6. genieten van
o.v.t.
  1. genoot van
  2. genoot van
  3. genoot van
  4. genoten van
  5. genoten van
  6. genoten van
v.t.t.
  1. heb genoten van
  2. hebt genoten van
  3. heeft genoten van
  4. hebben genoten van
  5. hebben genoten van
  6. hebben genoten van
v.v.t.
  1. had genoten van
  2. had genoten van
  3. had genoten van
  4. hadden genoten van
  5. hadden genoten van
  6. hadden genoten van
o.t.t.t.
  1. zal genieten van
  2. zult genieten van
  3. zal genieten van
  4. zullen genieten van
  5. zullen genieten van
  6. zullen genieten van
o.v.t.t.
  1. zou genieten van
  2. zou genieten van
  3. zou genieten van
  4. zouden genieten van
  5. zouden genieten van
  6. zouden genieten van
diversen
  1. geniet van!
  2. geniet van!
  3. genoten van
  4. genietend van
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for genieten van:

VerbRelated TranslationsOther Translations
njuta av genieten van aanstaan; amuseren; behagen; bevallen; gelieven; genieten; genot hebben van; plezieren
tycka om genieten van aanstaan; amuseren; behagen; bevallen; gelieven; genieten; genot hebben van; houden van; lekker vinden; lusten; plezieren

Related Translations for genieten van