Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. genot hebben van:


Dutch

Detailed Translations for genot hebben van from Dutch to Swedish

genot hebben van:

genot hebben van verb

  1. genot hebben van (genieten; amuseren)
    njuta av; tycka om; gilla; finna nöje i
    • njuta av verb (njuter av, njöt av, njutit av)
    • tycka om verb (tycker om, tyckte om, tyckt om)
    • gilla verb (gillar, gillade, gillat)
    • finna nöje i verb (finner nöje i, fann nöje i, funnit nöje i)

Translation Matrix for genot hebben van:

VerbRelated TranslationsOther Translations
finna nöje i amuseren; genieten; genot hebben van aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; plezieren
gilla amuseren; genieten; genot hebben van houden van; lekker vinden; lusten
njuta av amuseren; genieten; genot hebben van aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; genieten van; plezieren
tycka om amuseren; genieten; genot hebben van aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; genieten van; houden van; lekker vinden; lusten; plezieren

Related Translations for genot hebben van