Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. inmengen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inmengen from Dutch to Swedish

inmengen:

inmengen verb (meng in, mengt in, mengde in, mengden in, ingemengd)

  1. inmengen (bemoeien; mengen)
    lägga sig i; ingripa; blanda sig i; bry sig
    • lägga sig i verb (lägger sig i, lade sig i, lagt sig i)
    • ingripa verb (ingriper, ingrep, ingripit)
    • blanda sig i verb (blandar sig i, blandade sig i, blandat sig i)
    • bry sig verb (bryr sig, brydde sig, brytt sig)

Conjugations for inmengen:

o.t.t.
  1. meng in
  2. mengt in
  3. mengt in
  4. mengen in
  5. mengen in
  6. mengen in
o.v.t.
  1. mengde in
  2. mengde in
  3. mengde in
  4. mengden in
  5. mengden in
  6. mengden in
v.t.t.
  1. heb ingemengd
  2. hebt ingemengd
  3. heeft ingemengd
  4. hebben ingemengd
  5. hebben ingemengd
  6. hebben ingemengd
v.v.t.
  1. had ingemengd
  2. had ingemengd
  3. had ingemengd
  4. hadden ingemengd
  5. hadden ingemengd
  6. hadden ingemengd
o.t.t.t.
  1. zal inmengen
  2. zult inmengen
  3. zal inmengen
  4. zullen inmengen
  5. zullen inmengen
  6. zullen inmengen
o.v.t.t.
  1. zou inmengen
  2. zou inmengen
  3. zou inmengen
  4. zouden inmengen
  5. zouden inmengen
  6. zouden inmengen
en verder
  1. is ingemengd
diversen
  1. meng in!
  2. mengt in!
  3. ingemengd
  4. inmengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inmengen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
blanda sig i bemoeien; inmengen; mengen
bry sig bemoeien; inmengen; mengen
ingripa bemoeien; inmengen; mengen actie ondernemen; bemiddelen; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; tussenbeide komen; tussenkomen
lägga sig i bemoeien; inmengen; mengen bemiddelen; bemoeiziek zijn; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; tussenbeide komen; tussenkomen

Wiktionary Translations for inmengen:


Cross Translation:
FromToVia
inmengen lägga sig i butt in — join conversation