Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. moe maken:


Dutch

Detailed Translations for moe maken from Dutch to Swedish

moe maken:

moe maken verb (maak moe, maakt moe, maakte moe, maakten moe, moe gemaakt)

  1. moe maken (uitputten; vermoeien; slopen; afmatten)
    trötta; nöta ut; slita ut
    • trötta verb (tröttar, tröttade, tröttat)
    • nöta ut verb (nöter ut, nöt ut, nötit ut)
    • slita ut verb (sliter ut, slet ut, slitit ut)

Conjugations for moe maken:

o.t.t.
  1. maak moe
  2. maakt moe
  3. maakt moe
  4. maken moe
  5. maken moe
  6. maken moe
o.v.t.
  1. maakte moe
  2. maakte moe
  3. maakte moe
  4. maakten moe
  5. maakten moe
  6. maakten moe
v.t.t.
  1. heb moe gemaakt
  2. hebt moe gemaakt
  3. heeft moe gemaakt
  4. hebben moe gemaakt
  5. hebben moe gemaakt
  6. hebben moe gemaakt
v.v.t.
  1. had moe gemaakt
  2. had moe gemaakt
  3. had moe gemaakt
  4. hadden moe gemaakt
  5. hadden moe gemaakt
  6. hadden moe gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal moe maken
  2. zult moe maken
  3. zal moe maken
  4. zullen moe maken
  5. zullen moe maken
  6. zullen moe maken
o.v.t.t.
  1. zou moe maken
  2. zou moe maken
  3. zou moe maken
  4. zouden moe maken
  5. zouden moe maken
  6. zouden moe maken
diversen
  1. maak moe!
  2. maakt moe!
  3. moe gemaakt
  4. moemakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for moe maken:

NounRelated TranslationsOther Translations
slita ut slijting; vlasoogst
VerbRelated TranslationsOther Translations
nöta ut afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien afslijten; afslijten door erop te zitten; afzitten
slita ut afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien afslijten door erop te zitten; afzitten; rafelen
trötta afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien moe worden; vermoeid raken; vermoeien

Related Translations for moe maken