Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ongevoelig maken:


Dutch

Detailed Translations for ongevoelig maken from Dutch to Swedish

ongevoelig maken:

ongevoelig maken verb (maak ongevoelig, maakt ongevoelig, maakte ongevoelig, maakten ongevoelig, ongevoelig gemaakt)

  1. ongevoelig maken
    okänslig för
    • okänslig för verb (okänsliger för, okänsligde för, okänsligt för)

Conjugations for ongevoelig maken:

o.t.t.
  1. maak ongevoelig
  2. maakt ongevoelig
  3. maakt ongevoelig
  4. maken ongevoelig
  5. maken ongevoelig
  6. maken ongevoelig
o.v.t.
  1. maakte ongevoelig
  2. maakte ongevoelig
  3. maakte ongevoelig
  4. maakten ongevoelig
  5. maakten ongevoelig
  6. maakten ongevoelig
v.t.t.
  1. heb ongevoelig gemaakt
  2. hebt ongevoelig gemaakt
  3. heeft ongevoelig gemaakt
  4. hebben ongevoelig gemaakt
  5. hebben ongevoelig gemaakt
  6. hebben ongevoelig gemaakt
v.v.t.
  1. had ongevoelig gemaakt
  2. had ongevoelig gemaakt
  3. had ongevoelig gemaakt
  4. hadden ongevoelig gemaakt
  5. hadden ongevoelig gemaakt
  6. hadden ongevoelig gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal ongevoelig maken
  2. zult ongevoelig maken
  3. zal ongevoelig maken
  4. zullen ongevoelig maken
  5. zullen ongevoelig maken
  6. zullen ongevoelig maken
o.v.t.t.
  1. zou ongevoelig maken
  2. zou ongevoelig maken
  3. zou ongevoelig maken
  4. zouden ongevoelig maken
  5. zouden ongevoelig maken
  6. zouden ongevoelig maken
diversen
  1. maak ongevoelig!
  2. maakt ongevoelig!
  3. ongevoelig gemaakt
  4. ongevoelig makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ongevoelig maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
okänslig för ongevoelig maken

Related Translations for ongevoelig maken