Summary


Dutch

Detailed Translations for pardon from Dutch to Swedish

pardon:

pardon adj

  1. pardon (sorry)

pardon [het ~] noun

  1. het pardon (sorry)
    ursäkt
  2. het pardon (verontschuldiging; excuus; reden; verschoning)
  3. het pardon (absolutie; kwijtschelding)
  4. het pardon (vergiffenis; genade; vergeving; verschoning)
    ursäkt; nåd; förlåtelse; föregivande
  5. het pardon (kwijtschelding; begenadiging; gratie; genade)

Translation Matrix for pardon:

NounRelated TranslationsOther Translations
frisläppning begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon vrijgeven
föregivande genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
förlåtelse absolutie; begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
nåd genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
urskuldande excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning justificatie; rechtvaardiging; vergoelijking
ursäkt excuus; genade; pardon; reden; sorry; vergeving; vergiffenis; verontschuldiging; verschoning excuus; smoes; uitvlucht; vergoelijking; voorwendsel
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
- sorry
ModifierRelated TranslationsOther Translations
föregivande huichelend; veinzend; voorwendend
förlåt pardon; sorry was dat ook al weer

Synonyms for "pardon":


Related Definitions for "pardon":

  1. om aan te geven dat het je spijt1
    • pardon, ik zag u niet1

Wiktionary Translations for pardon:


Cross Translation:
FromToVia
pardon va; ursäkta mig; ursäkta excuse me — request to repeat
pardon ursäkta mig excuse me — request for attention
pardon ursäkta mig; ursäkta excuse me — request to pass
pardon förlåt; ursäkta mig; ursäkta excuse me — sorry, as apology
pardon ursäkta mig pardon me — sorry, as an apology
pardon förlåt sorry — expression of regret or sorrow
pardon ursäkta; förlåt sorry — request to repeat