Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. raad:
  2. raden:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for raad from Dutch to Swedish

raad:

raad [de ~ (m)] noun

  1. de raad (raadgeving; advies)
    råd; rådgivning; rådslag
  2. de raad (adviesraad)

Translation Matrix for raad:

NounRelated TranslationsOther Translations
råd advies; raad; raadgeving aanbeveling; aanprijzing; recommandatie; referentie; vermaning; waarschuwing
rådgivande församling adviesraad; raad adviescommissie; stuurgroep
rådgivning advies; raad; raadgeving
rådslag advies; raad; raadgeving
- advies

Related Words for "raad":

  • raadden, raadje, raadjes

Synonyms for "raad":


Related Definitions for "raad":

  1. wat je zegt dat hij het best kan doen1
    • misschien kan je leraar je raad geven1
  2. groep mensen die advies geeft of bestuurt1
    • hij zit in de ondernemingsraad van dit bedrijf1

Wiktionary Translations for raad:


Cross Translation:
FromToVia
raad råd advice — opinion recommended or offered, as worthy to be followed; counsel
raad nämnd; styrelse board — committee
raad styrelse; råd council — committee that leads or governs
raad maning; råd conseil — Traductions à trier suivant le sens

raad form of raden:

raden verb (raad, raadt, ried, rieden, geraden)

  1. raden (gissing maken; gissen)
    förmoda; gissa
    • förmoda verb (förmodar, förmodade, förmodat)
    • gissa verb (gissar, gissade, gissat)
  2. raden (iets aanraden; adviseren; suggereren; ingeven)
    föreslå; föreställa
    • föreslå verb (föreslår, föreslog, föreslagit)
    • föreställa verb (föreställer, föreställde, föreställt)

Conjugations for raden:

o.t.t.
  1. raad
  2. raadt
  3. raadt
  4. raden
  5. raden
  6. raden
o.v.t.
  1. ried
  2. ried
  3. ried
  4. rieden
  5. rieden
  6. rieden
v.t.t.
  1. heb geraden
  2. hebt geraden
  3. heeft geraden
  4. hebben geraden
  5. hebben geraden
  6. hebben geraden
v.v.t.
  1. had geraden
  2. had geraden
  3. had geraden
  4. hadden geraden
  5. hadden geraden
  6. hadden geraden
o.t.t.t.
  1. zal raden
  2. zult raden
  3. zal raden
  4. zullen raden
  5. zullen raden
  6. zullen raden
o.v.t.t.
  1. zou raden
  2. zou raden
  3. zou raden
  4. zouden raden
  5. zouden raden
  6. zouden raden
en verder
  1. ben geraden
  2. bent geraden
  3. is geraden
  4. zijn geraden
  5. zijn geraden
  6. zijn geraden
diversen
  1. raad!
  2. raadt!
  3. geraden
  4. radend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for raden:

NounRelated TranslationsOther Translations
förmoda vermoeden; veronderstelling
VerbRelated TranslationsOther Translations
föreslå adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren aanraden; aanvoeren; adviseren; duiden op; een voorstel doen; naar voren brengen; opperen; poneren; suggereren; te berde brengen; ter overweging geven; van raad dienen; voorleggen; voorslaan; voorstellen; wijzen op
föreställa adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren aanvoeren; opperen; poneren; te berde brengen
förmoda gissen; gissing maken; raden aannemen; postuleren; uitgaan van; veronderstellen; vooronderstellen
gissa gissen; gissing maken; raden

Wiktionary Translations for raden:


Cross Translation:
FromToVia
raden gissning guess — prediction about the outcome of something
raden ; råda conseiller — Indiquer à quelqu’un ce qu’il doit faire ou ne doit pas faire. (Sens général).
raden gissa devinerprédire ce qui doit arriver, découvrir, par des sortilèges, ce qui cacher.

Related Translations for raad