Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. een briefwisseling hebben:


Dutch

Detailed Translations for een briefwisseling hebben from Dutch to German

een briefwisseling hebben:

een briefwisseling hebben verb (heb een briefwisseling, hebt een briefwisseling, heeft een briefwisseling, had een briefwisseling, hadden een briefwisseling, een briefwisseling gehad)

  1. een briefwisseling hebben (schrijven; corresponderen)
    schreiben; korrespondieren
    • schreiben verb (schreibe, schreibst, schreibt, schrieb, geschrieben)
    • korrespondieren verb (korrespondiere, korrespondierst, korrespondiert, korrespondierte, korrespondiertet, korrespondiert)

Conjugations for een briefwisseling hebben:

o.t.t.
  1. heb een briefwisseling
  2. hebt een briefwisseling
  3. heeft een briefwisseling
  4. hebben een briefwisseling
  5. hebben een briefwisseling
  6. hebben een briefwisseling
o.v.t.
  1. had een briefwisseling
  2. had een briefwisseling
  3. had een briefwisseling
  4. hadden een briefwisseling
  5. hadden een briefwisseling
  6. hadden een briefwisseling
v.t.t.
  1. heb een briefwisseling gehad
  2. hebt een briefwisseling gehad
  3. heeft een briefwisseling gehad
  4. hebben een briefwisseling gehad
  5. hebben een briefwisseling gehad
  6. hebben een briefwisseling gehad
v.v.t.
  1. had een briefwisseling gehad
  2. had een briefwisseling gehad
  3. had een briefwisseling gehad
  4. hadden een briefwisseling gehad
  5. hadden een briefwisseling gehad
  6. hadden een briefwisseling gehad
o.t.t.t.
  1. zal een briefwisseling hebben
  2. zult een briefwisseling hebben
  3. zal een briefwisseling hebben
  4. zullen een briefwisseling hebben
  5. zullen een briefwisseling hebben
  6. zullen een briefwisseling hebben
o.v.t.t.
  1. zou een briefwisseling hebben
  2. zou een briefwisseling hebben
  3. zou een briefwisseling hebben
  4. zouden een briefwisseling hebben
  5. zouden een briefwisseling hebben
  6. zouden een briefwisseling hebben
diversen
  1. heb een briefwisseling!
  2. een briefwisseling gehad
  3. een briefwisseling hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for een briefwisseling hebben:

VerbRelated TranslationsOther Translations
korrespondieren corresponderen; een briefwisseling hebben; schrijven corresponderen; kalken; overeenkomen; overeenstemmen; pennen; schrijven; stroken
schreiben corresponderen; een briefwisseling hebben; schrijven kalken; op papier zetten; pennen; schrijven

External Machine Translations:

Related Translations for een briefwisseling hebben