Dutch
Detailed Translations for zich matigen from Dutch to German
zich matigen:
-
zich matigen (dempen; temperen; matigen)
dämpfen; temperieren; beschwichtigen; sich fassen; sich beruhigen; sich mäßigen-
beschwichtigen verb (beschwichtige, beschwichtigst, beschwichtigt, beschwichtigte, beschwichtigtet, beschwichtigt)
-
sich beruhigen verb (beruhige mich, beruhigst dich, beruhigt sich, beruhigte sich, beruhigtet euch, sich beruhigt)
-
sich mäßigen verb
Translation Matrix for zich matigen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
beschwichtigen | dempen; matigen; temperen; zich matigen | bedaren; bijleggen; geruststellen; kalmeren; schikken; sussen; tot kalmte manen; verzoenen; vrede sluiten |
dämpfen | dempen; matigen; temperen; zich matigen | bedaren; beheersen; beteugelen; iem. verstikken; intomen; kalmeren; op vuur pruttelen; pruttelen; smoren; stoffen; stoven; sudderen; sussen; tot kalmte manen |
sich beruhigen | dempen; matigen; temperen; zich matigen | luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven |
sich fassen | dempen; matigen; temperen; zich matigen | luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven |
sich mäßigen | dempen; matigen; temperen; zich matigen | |
temperieren | dempen; matigen; temperen; zich matigen | op temperatuur brengen |