Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. dompelen in:
  2. indompelen:


Dutch

Detailed Translations for dompelen in from Dutch to Swedish

dompelen in:

dompelen in verb

  1. dompelen in (onderdompelen; indompelen)
    hoppa i; doppa ned i; stiga ned i
    • hoppa i verb (hoppar i, hoppade i, hoppat i)
    • doppa ned i verb (doppar ned i, doppade ned i, doppat ned i)
    • stiga ned i verb (stiger ned i, steg ned i, stigit ned i)

Translation Matrix for dompelen in:

VerbRelated TranslationsOther Translations
doppa ned i dompelen in; indompelen; onderdompelen
hoppa i dompelen in; indompelen; onderdompelen binnenspringen; induiken
stiga ned i dompelen in; indompelen; onderdompelen

dompelen in form of indompelen:

indompelen verb (dompel in, dompelt in, dompelde in, dompelden in, ingedompeld)

  1. indompelen (dompelen in; onderdompelen)
    hoppa i; stiga ned i; doppa ned i
    • hoppa i verb (hoppar i, hoppade i, hoppat i)
    • stiga ned i verb (stiger ned i, steg ned i, stigit ned i)
    • doppa ned i verb (doppar ned i, doppade ned i, doppat ned i)

Conjugations for indompelen:

o.t.t.
  1. dompel in
  2. dompelt in
  3. dompelt in
  4. dompelen in
  5. dompelen in
  6. dompelen in
o.v.t.
  1. dompelde in
  2. dompelde in
  3. dompelde in
  4. dompelden in
  5. dompelden in
  6. dompelden in
v.t.t.
  1. heb ingedompeld
  2. hebt ingedompeld
  3. heeft ingedompeld
  4. hebben ingedompeld
  5. hebben ingedompeld
  6. hebben ingedompeld
v.v.t.
  1. had ingedompeld
  2. had ingedompeld
  3. had ingedompeld
  4. hadden ingedompeld
  5. hadden ingedompeld
  6. hadden ingedompeld
o.t.t.t.
  1. zal indompelen
  2. zult indompelen
  3. zal indompelen
  4. zullen indompelen
  5. zullen indompelen
  6. zullen indompelen
o.v.t.t.
  1. zou indompelen
  2. zou indompelen
  3. zou indompelen
  4. zouden indompelen
  5. zouden indompelen
  6. zouden indompelen
en verder
  1. ben ingedompeld
  2. bent ingedompeld
  3. is ingedompeld
  4. zijn ingedompeld
  5. zijn ingedompeld
  6. zijn ingedompeld
diversen
  1. dompel in!
  2. dompelt in!
  3. ingedompeld
  4. indompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

indompelen [znw.] noun

  1. indompelen (indopen)

Translation Matrix for indompelen:

NounRelated TranslationsOther Translations
doppa i indompelen; indopen
VerbRelated TranslationsOther Translations
doppa i indopen
doppa ned i dompelen in; indompelen; onderdompelen
hoppa i dompelen in; indompelen; onderdompelen binnenspringen; induiken
stiga ned i dompelen in; indompelen; onderdompelen

External Machine Translations:

Related Translations for dompelen in