Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. terugvragen:


Dutch

Detailed Translations for terugvragen from Dutch to English

terugvragen:

terugvragen verb (vraag terug, vraagt terug, vroeg terug, vroegen terug, teruggevraagd)

  1. terugvragen
    to ask back; to return an invitation
    • ask back verb (asks back, asked back, asking back)
    • return an invitation verb (returns an invitation, returned an invitation, returning an invitation)

Conjugations for terugvragen:

o.t.t.
  1. vraag terug
  2. vraagt terug
  3. vraagt terug
  4. vragen terug
  5. vragen terug
  6. vragen terug
o.v.t.
  1. vroeg terug
  2. vroeg terug
  3. vroeg terug
  4. vroegen terug
  5. vroegen terug
  6. vroegen terug
v.t.t.
  1. heb teruggevraagd
  2. hebt teruggevraagd
  3. heeft teruggevraagd
  4. hebben teruggevraagd
  5. hebben teruggevraagd
  6. hebben teruggevraagd
v.v.t.
  1. had teruggevraagd
  2. had teruggevraagd
  3. had teruggevraagd
  4. hadden teruggevraagd
  5. hadden teruggevraagd
  6. hadden teruggevraagd
o.t.t.t.
  1. zal terugvragen
  2. zult terugvragen
  3. zal terugvragen
  4. zullen terugvragen
  5. zullen terugvragen
  6. zullen terugvragen
o.v.t.t.
  1. zou terugvragen
  2. zou terugvragen
  3. zou terugvragen
  4. zouden terugvragen
  5. zouden terugvragen
  6. zouden terugvragen
en verder
  1. ben teruggevraagd
  2. bent teruggevraagd
  3. is teruggevraagd
  4. zijn teruggevraagd
  5. zijn teruggevraagd
  6. zijn teruggevraagd
diversen
  1. vraag terug!
  2. vraagt terug!
  3. teruggevraagd
  4. terugvragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for terugvragen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ask back terugvragen
return an invitation terugvragen