Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. er zijn:
  2. User Contributed Translations for er zijn:
    • hay


Dutch

Detailed Translations for er zijn from Dutch to Spanish

er zijn:

er zijn verb (ben er, bent er, is er, was er, waren er, er geweest)

  1. er zijn (aanwezig zijn)

Conjugations for er zijn:

o.t.t.
  1. ben er
  2. bent er
  3. is er
  4. zijn er
  5. zijn er
  6. zijn er
o.v.t.
  1. was er
  2. was er
  3. was er
  4. waren er
  5. waren er
  6. waren er
v.t.t.
  1. ben er geweest
  2. bent er geweest
  3. is er geweest
  4. zijn er geweest
  5. zijn er geweest
  6. zijn er geweest
v.v.t.
  1. was er geweest
  2. was er geweest
  3. was er geweest
  4. waren er geweest
  5. waren er geweest
  6. waren er geweest
o.t.t.t.
  1. zal er zijn
  2. zult er zijn
  3. zal er zijn
  4. zullen er zijn
  5. zullen er zijn
  6. zullen er zijn
o.v.t.t.
  1. zou er zijn
  2. zou er zijn
  3. zou er zijn
  4. zouden er zijn
  5. zouden er zijn
  6. zouden er zijn
diversen
  1. ben er!
  2. bent er!
  3. er geweest
  4. er zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for er zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
estar aanwezig zijn; er zijn erbij zijn; ergens zijn; gelegen zijn; liggen; tegenwoordig zijn; uithangen; zich bevinden; zich ophouden; zijn
estar presente aanwezig zijn; er zijn aanwezig zijn; bekijken; bijwonen; erbij zijn; gadeslaan; gewaarworden; horen; merken; observeren; signaleren; tegenwoordig zijn; voelen; waarnemen; zien

Related Translations for er zijn