Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. heropenen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for heropenen from Dutch to Spanish

heropenen:

heropenen verb (heropen, heropent, heropende, heropenden, heropend)

  1. heropenen (opnieuw openen)

Conjugations for heropenen:

o.t.t.
  1. heropen
  2. heropent
  3. heropent
  4. heropenen
  5. heropenen
  6. heropenen
o.v.t.
  1. heropende
  2. heropende
  3. heropende
  4. heropenden
  5. heropenden
  6. heropenden
v.t.t.
  1. heb heropend
  2. hebt heropend
  3. heeft heropend
  4. hebben heropend
  5. hebben heropend
  6. hebben heropend
v.v.t.
  1. had heropend
  2. had heropend
  3. had heropend
  4. hadden heropend
  5. hadden heropend
  6. hadden heropend
o.t.t.t.
  1. zal heropenen
  2. zult heropenen
  3. zal heropenen
  4. zullen heropenen
  5. zullen heropenen
  6. zullen heropenen
o.v.t.t.
  1. zou heropenen
  2. zou heropenen
  3. zou heropenen
  4. zouden heropenen
  5. zouden heropenen
  6. zouden heropenen
en verder
  1. ben heropend
  2. bent heropend
  3. is heropend
  4. zijn heropend
  5. zijn heropend
  6. zijn heropend
diversen
  1. heropen!
  2. heropent!
  3. heropend
  4. heropenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for heropenen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abrir de nuevo heropenen; opnieuw openen
volver a abrir heropenen; opnieuw openen

Wiktionary Translations for heropenen:

heropenen
verb
  1. (overgankelijk) opnieuw openen