Dutch

Detailed Translations for intendant from Dutch to Spanish

intendant:

intendant [de ~ (m)] noun

  1. de intendant (boekhouder; administrateur; beheerder; referendaris)
    el administrador; el contable; el contador; el asesor; el tenedor de libros
  2. de intendant (kwartiermeester; kwartiermaker)
    el intendente; el centinela; el furriel

Translation Matrix for intendant:

NounRelated TranslationsOther Translations
administrador administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris aanvoerder; administrateur; administrator; afdelingschef; afdelingshoofd; beheerder; bestuurder; bewindvoerder; boedelredder; chef; computerbeheerder; curator; gouverneur; hoofd; hoofdman; landvoogd; leider; politicus; regent; rentmeester; rijksbestuurder; stadhouder; sysadmin; systeembeheerder
asesor administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris adviseur; consulent; raadgever; raadsman
centinela intendant; kwartiermaker; kwartiermeester bewaker; cipier; gevangenbewaarder; persoon die op wacht staat; schildwacht; wacht; wachter; wachtpost
contable administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris boekhouder
contador administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris afspeelteller; bezoekersteller; kloktikgetal; kloktikgetal van replica
furriel intendant; kwartiermaker; kwartiermeester
intendente intendant; kwartiermaker; kwartiermeester
tenedor de libros administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris
ModifierRelated TranslationsOther Translations
asesor consulterend
contable telbaar

Related Words for "intendant":

  • intendanten