Dutch

Detailed Translations for service from Dutch to Spanish

service:

service [de ~ (m)] noun

  1. de service (uitserveren; bediening)
    el servicio; la muestra de servicio; la asistencia; el auxilio social; el apoyo; la ayuda; la atención al cliente; el auxilio; el personal
  2. de service (onderhoudsdienst)
  3. de service
  4. de service
    el servicio

Translation Matrix for service:

NounRelated TranslationsOther Translations
apoyo bediening; service; uitserveren assistentie; bijstand; borstwering; dienstbetoon; handreiking; houvast; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; leniging; medewerking; ondersteuning; ruggensteun; schoor; schraag; sociale bijstand; steun; steunpilaar; steuntje; support; toeverlaat; werkeloosheidsuitkering
asistencia bediening; service; uitserveren aanwezigheid; assistentie; bijstand; coöperatie; dienaar; dienstbetoon; dienstknecht; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening; knecht; leniging; maatschappelijke hulpverlening; medewerking; ondersteuning; poetsvrouw; presentie; schoonmaakster; sociale bijstand; steun; support; verschaffing; verzorging; voorziening; werkeloosheidsuitkering; werkster; zorg
atención al cliente bediening; service; uitserveren assistentie; bijstand; dienstbetoon; dienstverlening; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; klantenservice
auxilio bediening; service; uitserveren assistent; assistentie; bijstand; dienaar; dienstbetoon; dienstknecht; dienstverlening; handreiking; helper; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; knecht; leniging; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; secondant; steun; support
auxilio social bediening; service; uitserveren abw; assistentie; bijstand; bijstandsregeling; bz; dienstbetoon; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; maatschappelijk werk; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; rww; sociale bijstand; steun; support; uitkering; werkeloosheidsuitkering; werkloosheidsuitkering; werklozensteun; ww
ayuda bediening; service; uitserveren assistent; assistentie; bijstand; dienst; dienstbetoon; dienstverlening; handreiking; helper; hulp; hulpbetoon; hulpje; hulpjes; hulpverlening; kerkviering; knecht; leniging; loopjongens; maatschappelijke hulpverlening; medewerking; mis; ondersteuning; poetsvrouw; schoonmaakster; schoor; schraag; secondant; sociale bijstand; steun; support; werkeloosheidsuitkering; werkster
muestra de servicio bediening; service; uitserveren
personal bediening; service; uitserveren arbeidskrachten; bediening; besturing; employees; mankracht; personeel; werknemers
servicio bediening; service; uitserveren assistentie; bijstand; dienst; dienstbetoon; diensten; dienstverlening; gedienstige handeling; gedienstigheid; hulpbetoon; instituut; klantendienst; klantenservice; onderhoudsbeurt; ondersteuning; opknapbeurt; steun; support; voorkomendheid; wc
servicio de mantenimiento onderhoudsdienst; service
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
ayuda help; online-Help
OtherRelated TranslationsOther Translations
servicio postventa service
ModifierRelated TranslationsOther Translations
personal autochtoon; besloten; eigenhandig; inheems; inlands; persoonlijk; persoonsgebonden; privé; subjectief; zelf

Related Words for "service":

  • services

Wiktionary Translations for service:

service
noun
  1. bediening, diensten ten behoeve van de klanten.

Related Translations for service