Dutch

Detailed Translations for slordig from Dutch to Spanish

slordig:


Translation Matrix for slordig:

NounRelated TranslationsOther Translations
chapucero beunhaas; broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; klooi; klusjesman; knoeier; knoeipot; koekenbakker; koekhakker; morser; prutser; roffelaar; rommelaar; scharrelaar
cochino big; deugniet; guit; jong varken; rakker; smeerlap; smeerpijp; smeerpoets; snaak; stinkerd; varken; viespoes; viezerik; vuilbek; zwijn
puerco beer; big; deugniet; guit; jong varken; mannetjesvarken; rakker; smeerlap; snaak; stinkerd; viezerik; zwijn
sucio viespoes
ModifierRelated TranslationsOther Translations
caótico ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk achterlijk; bandeloos; chaotisch; diffuus; door elkaar; dooreen; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onverzorgd; rommelig; stupide; typisch; vaag waarneembaar; verwaarloosd; verwilderd; vreemd; zot
chapucero onopgeruimd; slordig
cochambroso morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig beverig; gammel; krakkemikkig; met vuil bemorst; morsig; smeerachtig; smerig; vies; vuil; wankel; zwak
cochino morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig goor; met vuil bemorst; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; smeerachtig; smerig; stuitend; varkensachtig; vies; vuil; walgelijk; weerzinwekkend; zwijnachtig
desarreglado ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk bandeloos; buiten gebruik; chaotisch; defect; door elkaar; dooreen; nalatig; onklaar; onordelijk; ordeloos; rommelig; stuk; verwilderd; wanordelijk
desaseado onopgeruimd; slordig banaal; grof; haveloos; laag-bij-de-grond; lomp; morsig; onappetijtelijk; onkies; onkuis; onrein; onsmakelijk; onzindelijk; plat; platvloers; ranzig; schunnig; slodderig; slonzig; triviaal; viezig; voddig; vunzig; walgelijk
descuidado ongeregeld; onopgeruimd; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk armoedig; bandeloos; buiten beheer; flodderig; haveloos; laks; nalatig; nonchalant; onachtzaam; onbeheerd; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen; verwilderd
desordenado ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk bandeloos; chaotisch; diffuus; door elkaar; door elkaar heen; dooreen; dwaas; eigenaardig; gek; gewikkeld in; ingewikkeld; maf; mal; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; rommelig; typisch; vaag waarneembaar; verwaarloosd; verwilderd; vreemd; wanordelijk
en desorden ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk asociaal; bandeloos; chaotisch; door elkaar; dooreen; in de war; onmaatschappelijk; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; overhoop; rommelig; verwaarloosd; verwilderd; wanordelijk
irregular ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk bobbelig; bultig; hobbelig; niet naar verhouding; onevenredig; ongeregeld
poco elegante onopgeruimd; slordig
puerco morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig bedoezeld; goor; grauw; groezelig; met vuil bemorst; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; smeerachtig; smerig; smoezelig; stuitend; vaal; varkensachtig; vies; viezig; vuil; walgelijk; weerzinwekkend; zwijnachtig
sin orden ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk bandeloos; chaotisch; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; rommelig; verwaarloosd; verwilderd; wanordelijk
sucio morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig bedoezeld; besmeurd; bevuild; dellerig; gevlekt; goor; groezelig; kliederig; knoeierig; met vuil bemorst; morsig; obsceen; onappetijtelijk; ongewassen; onkies; onkuis; onrein; onsmakelijk; onverkwikkelijk; onzindelijk; ranzig; schuin; schurft hebbend; schurftachtig; schurftig; sletterig; smeerachtig; smerig; smoezelig; stuitend; vervuild; vies; viezig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; zedeloos
suelto onopgeruimd; slordig afzonderlijk; alleenstaand; apart; dun; geen vet op de botten hebbende; geïsoleerd; iel; los; loshangend; losstaand; mager; mul; niet vast; onverpakt; op zich; op zichzelf staand; pulverig; rul; schraal; schriel; separaat; verplaatsbaar; verschuifbaar; vrij hangend; vrijstaand

Related Words for "slordig":

  • slordigheid, slordiger, slordigere, slordigst, slordigste, slordige

Antonyms for "slordig":


Related Definitions for "slordig":

  1. niet precies1
    • hij verdient zo'n slordige 3000 gulden per maand1
  2. onverzorgd, niet zorgvuldig1
    • hij heeft een slordig kapsel1

Wiktionary Translations for slordig:

slordig
adjective
  1. zonder de nodige zorg uitgevoerd

Cross Translation:
FromToVia
slordig negligente nachlässig — nicht sorgfältig, unordentlich
slordig chapucero schlampig — nachlässig, ohne Sorgfalt
slordig descuidado; desordenado schlampig — ungepflegt, unordentlich
slordig desprolijo sloppy — messy; not neat, elegant, or careful
slordig dejado slovenly — having an untidy appearance; unkempt
slordig descuidado slovenly — careless or negligent; sloppy
slordig descuidado untidy — sloppy

External Machine Translations:

Related Translations for slordig