Dutch
Detailed Synonyms for aan de slag gaan in Dutch
aan de slag gaan: (*Using Word and Sentence Splitter)
- aan: aan
- de: de
- slag: ras; soort; type; slag; genre; dreun; uithaal; vuistslag; opdonder; strijd; veldslag; stand; orde; klasse; rang; maatschappelijke klasse; teleurstelling; tegenvaller; terugslag; flop; fiasco; sof; misrekening; misslag; klap
- gaan: zich begeven; lopen; stappen; zich voortbewegen; gaan; vertrekken; weggaan; opstappen; heengaan; opbreken