Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. boekhouden:


Dutch

Detailed Synonyms for boekhouden in Dutch

boekhouden:

boekhouden [het ~] noun

  1. het boekhouden
    boekhouding doen; het boekhouden

boekhouden verb (houd boek, houdt boek, hield boek, hielden boek, boekgehouden)

  1. boekhouden
    boekhouden
    • boekhouden verb (houd boek, houdt boek, hield boek, hielden boek, boekgehouden)

Conjugations for boekhouden:

o.t.t.
  1. houd boek
  2. houdt boek
  3. houdt boek
  4. houden boek
  5. houden boek
  6. houden boek
o.v.t.
  1. hield boek
  2. hield boek
  3. hield boek
  4. hielden boek
  5. hielden boek
  6. hielden boek
v.t.t.
  1. heb boekgehouden
  2. hebt boekgehouden
  3. heeft boekgehouden
  4. hebben boekgehouden
  5. hebben boekgehouden
  6. hebben boekgehouden
v.v.t.
  1. had boekgehouden
  2. had boekgehouden
  3. had boekgehouden
  4. hadden boekgehouden
  5. hadden boekgehouden
  6. hadden boekgehouden
o.t.t.t.
  1. zal boekhouden
  2. zult boekhouden
  3. zal boekhouden
  4. zullen boekhouden
  5. zullen boekhouden
  6. zullen boekhouden
o.v.t.t.
  1. zou boekhouden
  2. zou boekhouden
  3. zou boekhouden
  4. zouden boekhouden
  5. zouden boekhouden
  6. zouden boekhouden
diversen
  1. houd boek!
  2. houdt boek!
  3. boekgehouden
  4. boekhoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze