Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. heroverwegen:


Dutch

Detailed Synonyms for heroverwegen in Dutch

heroverwegen:

heroverwegen verb (heroverweeg, heroverweegt, heroverwoog, heroverwogen, heroverwogen)

  1. heroverwegen
    heroverwegen
    • heroverwegen verb (heroverweeg, heroverweegt, heroverwoog, heroverwogen, heroverwogen)

Conjugations for heroverwegen:

o.t.t.
  1. heroverweeg
  2. heroverweegt
  3. heroverweegt
  4. heroverwegen
  5. heroverwegen
  6. heroverwegen
o.v.t.
  1. heroverwoog
  2. heroverwoog
  3. heroverwoog
  4. heroverwogen
  5. heroverwogen
  6. heroverwogen
v.t.t.
  1. heb heroverwogen
  2. hebt heroverwogen
  3. heeft heroverwogen
  4. hebben heroverwogen
  5. hebben heroverwogen
  6. hebben heroverwogen
v.v.t.
  1. had heroverwogen
  2. had heroverwogen
  3. had heroverwogen
  4. hadden heroverwogen
  5. hadden heroverwogen
  6. hadden heroverwogen
o.t.t.t.
  1. zal heroverwegen
  2. zult heroverwegen
  3. zal heroverwegen
  4. zullen heroverwegen
  5. zullen heroverwegen
  6. zullen heroverwegen
o.v.t.t.
  1. zou heroverwegen
  2. zou heroverwegen
  3. zou heroverwegen
  4. zouden heroverwegen
  5. zouden heroverwegen
  6. zouden heroverwegen
en verder
  1. is heroverwogen
  2. zijn heroverwogen
diversen
  1. heroverweeg!
  2. heroverweegt!
  3. heroverwogen
  4. heroverwegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze