Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. insnijden:


Dutch

Detailed Synonyms for insnijden in Dutch

insnijden:

insnijden verb (snij in, snijdt in, sneed in, sneden in, ingesneden)

  1. insnijden
    groeven; insnijden; inkerven
    • groeven verb (groef, groeft, groefde, groefden, gegroefd)
    • insnijden verb (snij in, snijdt in, sneed in, sneden in, ingesneden)
    • inkerven verb (kerf in, kerft in, kerfde in, kerfden in, ingekerfd)
  2. insnijden
    creneleren; insnijden
    • creneleren verb (creneleer, creneleert, creneleerde, creneleerden, gecreneleerd)
    • insnijden verb (snij in, snijdt in, sneed in, sneden in, ingesneden)

Conjugations for insnijden:

o.t.t.
  1. snij in
  2. snijdt in
  3. snijdt in
  4. snijden in
  5. snijden in
  6. snijden in
o.v.t.
  1. sneed in
  2. sneed in
  3. sneed in
  4. sneden in
  5. sneden in
  6. sneden in
v.t.t.
  1. heb ingesneden
  2. hebt ingesneden
  3. heeft ingesneden
  4. hebben ingesneden
  5. hebben ingesneden
  6. hebben ingesneden
v.v.t.
  1. had ingesneden
  2. had ingesneden
  3. had ingesneden
  4. hadden ingesneden
  5. hadden ingesneden
  6. hadden ingesneden
o.t.t.t.
  1. zal insnijden
  2. zult insnijden
  3. zal insnijden
  4. zullen insnijden
  5. zullen insnijden
  6. zullen insnijden
o.v.t.t.
  1. zou insnijden
  2. zou insnijden
  3. zou insnijden
  4. zouden insnijden
  5. zouden insnijden
  6. zouden insnijden
en verder
  1. ben ingesneden
  2. bent ingesneden
  3. is ingesneden
  4. zijn ingesneden
  5. zijn ingesneden
  6. zijn ingesneden
diversen
  1. snij in!
  2. snijdt in!
  3. ingesneden
  4. insnijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze