Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. transporteren:


Dutch

Detailed Synonyms for transporteren in Dutch

transporteren:

transporteren verb (transporteer, transporteert, transporteerde, transporteerden, getransporteerd)

  1. transporteren
    vervoeren; transporteren
    • vervoeren verb (vervoer, vervoert, vervoerde, vervoerden, vervoerd)
    • transporteren verb (transporteer, transporteert, transporteerde, transporteerden, getransporteerd)

Conjugations for transporteren:

o.t.t.
  1. transporteer
  2. transporteert
  3. transporteert
  4. transporteren
  5. transporteren
  6. transporteren
o.v.t.
  1. transporteerde
  2. transporteerde
  3. transporteerde
  4. transporteerden
  5. transporteerden
  6. transporteerden
v.t.t.
  1. heb getransporteerd
  2. hebt getransporteerd
  3. heeft getransporteerd
  4. hebben getransporteerd
  5. hebben getransporteerd
  6. hebben getransporteerd
v.v.t.
  1. had getransporteerd
  2. had getransporteerd
  3. had getransporteerd
  4. hadden getransporteerd
  5. hadden getransporteerd
  6. hadden getransporteerd
o.t.t.t.
  1. zal transporteren
  2. zult transporteren
  3. zal transporteren
  4. zullen transporteren
  5. zullen transporteren
  6. zullen transporteren
o.v.t.t.
  1. zou transporteren
  2. zou transporteren
  3. zou transporteren
  4. zouden transporteren
  5. zouden transporteren
  6. zouden transporteren
en verder
  1. ben getransporteerd
  2. bent getransporteerd
  3. is getransporteerd
  4. zijn getransporteerd
  5. zijn getransporteerd
  6. zijn getransporteerd
diversen
  1. transporteer!
  2. transporteert!
  3. getransporteerd
  4. transporterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for transporteren