Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. geweten:
  2. weten:


Dutch

Detailed Synonyms for geweten in Dutch

geweten:

geweten [het ~] noun

  1. het geweten
    het geweten
  2. het geweten
    – weten wat goed en kwaad is 1
    het geweten
    – weten wat goed en kwaad is 1
    • geweten [het ~] noun
      • die man heeft geen geweten1

Related Definitions for "geweten":

  1. weten wat goed en kwaad is1
    • die man heeft geen geweten1

weten:

weten verb (weet, wist, wisten, geweten)

  1. weten
    weten; op de hoogte zijn
  2. weten
    – ervan op de hoogte zijn 1
    weten; kennen
    – ervan op de hoogte zijn 1
    • weten verb (weet, wist, wisten, geweten)
      • weet jij waar Istanboel ligt?1
    • kennen verb (ken, kent, kende, kenden, gekend)
      • ik ken de burgemeester persoonlijk1
  3. weten
    – erin slagen 1
    weten
    – erin slagen 1
    • weten verb (weet, wist, wisten, geweten)
      • hij wist te ontsnappen1

Conjugations for weten:

o.t.t.
  1. weet
  2. weet
  3. weet
  4. weten
  5. weten
  6. weten
o.v.t.
  1. wist
  2. wist
  3. wist
  4. wisten
  5. wisten
  6. wisten
v.t.t.
  1. heb geweten
  2. hebt geweten
  3. heeft geweten
  4. hebben geweten
  5. hebben geweten
  6. hebben geweten
v.v.t.
  1. had geweten
  2. had geweten
  3. had geweten
  4. hadden geweten
  5. hadden geweten
  6. hadden geweten
o.t.t.t.
  1. zal weten
  2. zult weten
  3. zal weten
  4. zullen weten
  5. zullen weten
  6. zullen weten
o.v.t.t.
  1. zou weten
  2. zou weten
  3. zou weten
  4. zouden weten
  5. zouden weten
  6. zouden weten
diversen
  1. weet!
  2. weet!
  3. geweten
  4. wetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

weten [znw.] noun

  1. weten
    weten; de kennis
  2. weten
    de wetenschap; weten

Related Words for "weten":


Alternate Synonyms for "weten":


Related Definitions for "weten":

  1. ervan op de hoogte zijn1
    • weet jij waar Istanboel ligt?1
  2. erin slagen1
    • hij wist te ontsnappen1