Dutch

Detailed Synonyms for gilde in Dutch

gilde:

gilde [het ~] noun

  1. het gilde
    de ambachtsgilde; de vereniging; het gilde; vakgenootschap; de club; de organisatie; de bond; de orde; de unie
  2. het gilde
    de beroepsvereniging; het gilde
  3. het gilde
    de soos; de vereniging; societiet; de organisatie; de bond; de unie; de club; de orde; het gilde

Related Words for "gilde":

  • gildes

gilde form of gillen:

gillen verb (gil, gilt, gilde, gilden, gegild)

  1. gillen
    schreeuwen; gillen; krijsen
    • schreeuwen verb (schreeuw, schreeuwt, schreeuwde, schreeuwden, geschreeuwd)
    • gillen verb (gil, gilt, gilde, gilden, gegild)
    • krijsen verb (krijs, krijst, krijste, krijsten, gekrijst)
  2. gillen
    janken; brullen; gillen
    • janken verb (jank, jankt, jankte, jankten, gejankt)
    • brullen verb (brul, brult, brulde, brulden, gebruld)
    • gillen verb (gil, gilt, gilde, gilden, gegild)

Conjugations for gillen:

o.t.t.
  1. gil
  2. gilt
  3. gilt
  4. gillen
  5. gillen
  6. gillen
o.v.t.
  1. gilde
  2. gilde
  3. gilde
  4. gilden
  5. gilden
  6. gilden
v.t.t.
  1. heb gegild
  2. hebt gegild
  3. heeft gegild
  4. hebben gegild
  5. hebben gegild
  6. hebben gegild
v.v.t.
  1. had gegild
  2. had gegild
  3. had gegild
  4. hadden gegild
  5. hadden gegild
  6. hadden gegild
o.t.t.t.
  1. zal gillen
  2. zult gillen
  3. zal gillen
  4. zullen gillen
  5. zullen gillen
  6. zullen gillen
o.v.t.t.
  1. zou gillen
  2. zou gillen
  3. zou gillen
  4. zouden gillen
  5. zouden gillen
  6. zouden gillen
diversen
  1. gil!
  2. gilt!
  3. gegild
  4. gillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

gillen [de ~] noun, plural

  1. de gillen
    de roepen; de schreeuwen; de kreten; de gillen

Related Words for "gillen":


Related Synonyms for gilde