Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. inpalmen:


Dutch

Detailed Synonyms for inpalmen in Dutch

inpalmen:

inpalmen verb (palm in, palmt in, palmde in, palmden in, ingepalmd)

  1. inpalmen
    inpakken; inpalmen
    • inpakken verb (pak in, pakt in, pakte in, pakten in, ingepakt)
    • inpalmen verb (palm in, palmt in, palmde in, palmden in, ingepalmd)

Conjugations for inpalmen:

o.t.t.
  1. palm in
  2. palmt in
  3. palmt in
  4. palmen in
  5. palmen in
  6. palmen in
o.v.t.
  1. palmde in
  2. palmde in
  3. palmde in
  4. palmden in
  5. palmden in
  6. palmden in
v.t.t.
  1. heb ingepalmd
  2. hebt ingepalmd
  3. heeft ingepalmd
  4. hebben ingepalmd
  5. hebben ingepalmd
  6. hebben ingepalmd
v.v.t.
  1. had ingepalmd
  2. had ingepalmd
  3. had ingepalmd
  4. hadden ingepalmd
  5. hadden ingepalmd
  6. hadden ingepalmd
o.t.t.t.
  1. zal inpalmen
  2. zult inpalmen
  3. zal inpalmen
  4. zullen inpalmen
  5. zullen inpalmen
  6. zullen inpalmen
o.v.t.t.
  1. zou inpalmen
  2. zou inpalmen
  3. zou inpalmen
  4. zouden inpalmen
  5. zouden inpalmen
  6. zouden inpalmen
en verder
  1. ben ingepalmd
  2. bent ingepalmd
  3. is ingepalmd
  4. zijn ingepalmd
  5. zijn ingepalmd
  6. zijn ingepalmd
diversen
  1. palm in!
  2. palmt in!
  3. ingepalmd
  4. inpalmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze