Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. volharden:


Dutch

Detailed Synonyms for volharden in Dutch

volharden:

volharden verb (volhard, volhardt, volhardde, volhardden, volhard)

  1. volharden
    volhouden; doorzetten; standhouden; doorgaan; volharden
    • volhouden verb (houd vol, houdt vol, hield vol, hielden vol, volgehouden)
    • doorzetten verb (zet door, zette door, zetten door, doorgezet)
    • standhouden verb (houd stand, houdt stand, hield stand, hielden stand, standgehouden)
    • doorgaan verb (ga door, gaat door, ging door, gingen door, doorgegaan)
    • volharden verb (volhard, volhardt, volhardde, volhardden, volhard)

Conjugations for volharden:

o.t.t.
  1. volhard
  2. volhardt
  3. volhardt
  4. volharden
  5. volharden
  6. volharden
o.v.t.
  1. volhardde
  2. volhardde
  3. volhardde
  4. volhardden
  5. volhardden
  6. volhardden
v.t.t.
  1. heb volhard
  2. hebt volhard
  3. heeft volhard
  4. hebben volhard
  5. hebben volhard
  6. hebben volhard
v.v.t.
  1. had volhard
  2. had volhard
  3. had volhard
  4. hadden volhard
  5. hadden volhard
  6. hadden volhard
o.t.t.t.
  1. zal volharden
  2. zult volharden
  3. zal volharden
  4. zullen volharden
  5. zullen volharden
  6. zullen volharden
o.v.t.t.
  1. zou volharden
  2. zou volharden
  3. zou volharden
  4. zouden volharden
  5. zouden volharden
  6. zouden volharden
diversen
  1. volhard!
  2. volhardt!
  3. volhard
  4. volhardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze