Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Pleite:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Pleite from German to Dutch

Pleite:

Pleite [die ~] noun

  1. die Pleite (Blamage)
    de blamage; teschandemaking; de afgang

Translation Matrix for Pleite:

NounRelated TranslationsOther Translations
afgang Blamage; Pleite Böschung; Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Fehlschuß; Fehlschüsse; Fiasko; Gefälle; Hang; Hügel; Mißerfolg; Mißlingen; Reinfall; Scheitern
blamage Blamage; Pleite
teschandemaking Blamage; Pleite

Synonyms for "Pleite":


Wiktionary Translations for Pleite:

Pleite
noun
  1. de toestand van iemand die, blijkens rechterlijk onderzoek, niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen
  2. faillissement, bankroet
  3. de toestand van iemand die, blijkens rechterlijk onderzoek, niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen.