Summary
English to Dutch: more detail...
- pleased:
- please:
-
Wiktionary:
- pleased → blij, verheugd
- please → bevallen, behagen, believen, gelieve, zinnen
- please → alstublieft, alsjeblieft, a.u.b., graag
- please → alstublieft, alsjeblieft, aanstaan, behagen, bevallen, zinnen
English
Detailed Translations for pleased from English to Dutch
pleased:
Translation Matrix for pleased:
Related Words for "pleased":
Synonyms for "pleased":
Antonyms for "pleased":
Related Definitions for "pleased":
please:
-
please
-
please (come off it; ah; come on; there)
-
to please (enjoy; suit; pleasures; love)
-
to please (suit)
bevallen; plezieren; aangenaam aandoen-
aangenaam aandoen verb (doe aangenaam aan, doet aangenaam aan, deed aangenaam aan, deden aangenaam aan, aangenaam aangedaan)
-
to please (satisfy; allay; soothe; saturate; hush; tranquillize; satiate; quiet; silence; tranquilize; tranquillise)
bevredigen; voldoening geven; begeerte stillen-
voldoening geven verb (geef voldoening, geeft voldoening, gaf voldoening, gaven voldoening, voldoening gegeven)
-
begeerte stillen verb (stil begeerte, stilt begeerte, stilde begeerte, stilden begeerte, begeerte gestild)
-
to please (do what you think is right; fancy; think fit; like)
-
to please
tevredenstellen-
tevredenstellen verb (stel tevreden, stelt tevreden, stelde tevreden, stelden tevreden, tevredengesteld)
-
-
to please
-
to please (satisfy; suffice; provide gratification; appease)
tevreden stellen; vergenoegen-
tevreden stellen verb (stel tevreden, stelt tevreden, stelde tevreden, stelden tevreden, tevreden gesteld)
-
-
to please (make comfortable; make pleasant)
aangenaam maken-
aangenaam maken verb (maak aangenaam, maakt aangenaam, maakte aangenaam, maakten aangenaam, aangenaam gemaakt)
-
Conjugations for please:
present
- please
- please
- pleases
- please
- please
- please
simple past
- pleased
- pleased
- pleased
- pleased
- pleased
- pleased
present perfect
- have pleased
- have pleased
- has pleased
- have pleased
- have pleased
- have pleased
past continuous
- was pleasing
- were pleasing
- was pleasing
- were pleasing
- were pleasing
- were pleasing
future
- shall please
- will please
- will please
- shall please
- will please
- will please
continuous present
- am pleasing
- are pleasing
- is pleasing
- are pleasing
- are pleasing
- are pleasing
subjunctive
- be pleased
- be pleased
- be pleased
- be pleased
- be pleased
- be pleased
diverse
- please!
- let's please!
- pleased
- pleasing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for please:
Related Words for "please":
Synonyms for "please":
Antonyms for "please":
Related Definitions for "please":
Wiktionary Translations for please:
please
Cross Translation:
verb
adverb
please
-
interjection to make a polite request
- please → alstublieft; alsjeblieft; a.u.b.
adverb
-
als beleefde aandrang bij een verzoek of versterking bij een bevel
-
met plezier, met graagte; dat doe ik graag
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• please | → alstublieft; alsjeblieft | ↔ asseblief — Namibia, Südwesterdeutsch bitte |
• please | → alstublieft | ↔ bitte — höflich um etwas ersuchen; um etwas bitten |
• please | → aanstaan; behagen; bevallen; zinnen | ↔ plaire — Agréer, être agréable (Sens général) |
• please | → alstublieft | ↔ s’il vous plaît — locution qui permet de demander quelque chose poliment, à quelqu’un que l’on vouvoyer, ou à plusieurs personnes. |
External Machine Translations: