Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: épeautre

French and Dutch Translation Search Results for épeautre

Summary

French to Dutch: more detail...

épeautre:
- Wiktionary:
  épeautre → spelt
  épeautre → spelt

French

Detailed Translations for épeautre from French to Dutch

épeautre: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

peau: huid; vel; schil; peul; vlies; membraan; velletje; dun huidje; schaal; schelp; hachje; omhulling
être: verkeren; ergens verkeren; persoon; mens; wezen; individu; sterveling; schepsel; creatuur; zijn
âtre: haard; vuurhaard; stookplaats; haardstede; haardstee
épée: zwaard; brede degen; degen; sabel; slagwapen; zwaard wapenkunde
autre: ander; iemand anders; verder; verdere
Autre: Overige

Spelling Suggestions for: épeautre

épître; émettre; épandre; spectre; pauvre; neutre; en outre; épervière; en feutre

Wiktionary Translations for épeautre:

épeautre

noun

céréale d’hiver, botaniquement voisine du blé, de forte valeur boulangère, mais dont l’épillet ne se désagrège pas lors du battage (rachis, glumes, glumelles et grains restent solidaires), ce qui rend son blutage difficile.
- épeautre → spelt

épeautre

noun

een grove tarwesoort
- spelt → épeautre

Cross Translation:

From	To	Via
• épeautre	→ spelt	↔ spelt — a type of wheat, Triticum aestivum spelta

External Machine Translations: