Summary
French to Dutch: more detail...
-
béatifier:
-
Wiktionary:
béatifier → zaligmaken -
Synonyms for "béatifier":
canoniser; sanctifier; consacrer; diviniser; ennoblir; célébrer
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for béatifier from French to Dutch
béatifier: (*Using Word and Sentence Splitter)
- bâti: bebouwd
- fier: trots; flink; groots; fier; glorieus; prat; arrogant; verwaand; neerbuigend; zelfingenomen; hooghartig; hoogmoedig; hautain; zelfgenoegzaam; aanmatigend; uit de hoogte; hovaardig
- bâtir: bouwen; construeren; opbouwen; uitbouwen; aanbouwen; bijbouwen; oprichten; optrekken; overeindzetten; bebouwen
Spelling Suggestions for: béatifier
béatifier:
Synonyms for "béatifier":
Wiktionary Translations for béatifier:
béatifier
verb
-
(religion) Mettre au nombre des bienheureux.
- béatifier → zaligmaken
External Machine Translations: