Summary
French to Dutch: more detail...
-
réaliser:
- doen; uitvoeren; verrichten; handelen; uitrichten; werken; arbeiden; realiseren; bewerkstelligen; verwezenlijken; verwerkelijken; maken; scheppen; in het leven roepen; verkrijgen; behalen; winnen; regisseren; begrijpen; snappen; inzien; met het verstand vatten; tot stand komen; tot stand brengen; voor elkaar krijgen; te pakken krijgen; iets bemachtigen; totstandbrengen; klaarspelen; bedingen; fixen; lappen; zich voltrekken; ten gelde maken
-
Wiktionary:
- réaliser → bewerkstelligen, realiseren, verwerkelijken, uitvoeren, nakomen, naleven, verrichten, vervullen, voltrekken, doorvoeren, tot stand brengen, verwezenlijken
- réaliser → realiseren, bereiken, veroorzaken, teweegbrengen, menen, bewerkstelligen, uitvoeren, merken, bemerken
French
Detailed Translations for réaliser from French to Dutch
réaliser:
réaliser verb (réalise, réalises, réalisons, réalisez, réalisent, réalisais, réalisait, réalisions, réalisiez, réalisaient, réalisai, réalisas, réalisa, réalisâmes, réalisâtes, réalisèrent, réaliserai, réaliseras, réalisera, réaliserons, réaliserez, réaliseront)
-
réaliser (faire; accomplir; exécuter; s'acquitter de)
-
réaliser (travailler; effectuer; exécuter)
-
réaliser (accomplir; développer; effectuer)
realiseren; bewerkstelligen; verwezenlijken; verwerkelijken-
bewerkstelligen verb (bewerkstellig, bewerkstelligt, bewerkstelligde, bewerkstelligden, bewerkstelligd)
-
réaliser (créer; faire; fabriquer; construire; concevoir; élaborer; former; confectionner)
maken; scheppen; in het leven roepen-
in het leven roepen verb (roep in het leven, roept in het leven, riep in het leven, riepen in het leven, in het leven geroepen)
-
réaliser (obtenir; atteindre; gagner; parvenir à)
-
réaliser (mettre en scène)
-
réaliser (comprendre; saisir; se rendre compte; voir; piger; concevoir)
-
réaliser
-
réaliser (créer; faire)
tot stand brengen; voor elkaar krijgen-
tot stand brengen verb (breng tot stand, brengt tot stand, bracht tot stand, brachten tot staden, tot stand gebracht)
-
voor elkaar krijgen verb
-
-
réaliser (s'emparer de; obtenir; recevoir; acquérir; gagner; remporter; prendre; saisir; usurper; capturer; se saisir de; se rendre maître de)
verkrijgen; te pakken krijgen; iets bemachtigen-
te pakken krijgen verb (krijg te pakken, krijgt te pakken, kreeg te pakken, kregen te pakken, te pakken gekregen)
-
iets bemachtigen verb
-
réaliser (accomplir; effectuer)
totstandbrengen-
totstandbrengen verb (breng totstand, brengt totstand, bracht totstand, brachten totstand, totstandgebracht)
-
-
réaliser (parvenir à; réussir; arriver à; parvenir; accomplir; effectuer; exécuter; arriver)
voor elkaar krijgen; bewerkstelligen; klaarspelen; bedingen; fixen; lappen-
voor elkaar krijgen verb
-
bewerkstelligen verb (bewerkstellig, bewerkstelligt, bewerkstelligde, bewerkstelligden, bewerkstelligd)
-
fixen verb
-
-
réaliser (accomplir; effectuer; exécuter; fabriquer)
-
réaliser (capitaliser; vendre; monnayer)
Conjugations for réaliser:
Présent
- réalise
- réalises
- réalise
- réalisons
- réalisez
- réalisent
imparfait
- réalisais
- réalisais
- réalisait
- réalisions
- réalisiez
- réalisaient
passé simple
- réalisai
- réalisas
- réalisa
- réalisâmes
- réalisâtes
- réalisèrent
futur simple
- réaliserai
- réaliseras
- réalisera
- réaliserons
- réaliserez
- réaliseront
subjonctif présent
- que je réalise
- que tu réalises
- qu'il réalise
- que nous réalisions
- que vous réalisiez
- qu'ils réalisent
conditionnel présent
- réaliserais
- réaliserais
- réaliserait
- réaliserions
- réaliseriez
- réaliseraient
passé composé
- ai réalisé
- as réalisé
- a réalisé
- avons réalisé
- avez réalisé
- ont réalisé
divers
- réalise!
- réalisez!
- réalisons!
- réalisé
- réalisant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Translation Matrix for réaliser:
Synonyms for "réaliser":
Wiktionary Translations for réaliser:
réaliser
Cross Translation:
verb
-
construire
- réaliser → bewerkstelligen; realiseren; verwerkelijken; uitvoeren; nakomen; naleven; verrichten; vervullen; voltrekken; doorvoeren; tot stand brengen; verwezenlijken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• réaliser | → realiseren; bereiken | ↔ achieve — to carry out successfully; to accomplish |
• réaliser | → veroorzaken; teweegbrengen | ↔ elicit — To draw out, bring out. |
• réaliser | → menen | ↔ figure — to come to understand |
• réaliser | → realiseren; bewerkstelligen | ↔ realize — to make real |
• réaliser | → uitvoeren | ↔ ausführen — transitiv: so handeln, dass dadurch eine Anweisung befolgt wird; auftragsgemäß durchführen |
• réaliser | → merken; bemerken | ↔ merken — sich einer Sache bewusst werden |
• réaliser | → realiseren | ↔ realisieren — sich einer Sache bewusst werden |
• réaliser | → realiseren | ↔ realisieren — einen Plan verwirklichen, in die Tat umsetzen |
External Machine Translations: