Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate aanspreekbaar

Translate aanspreekbaar from Dutch to German

Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. aanspreekbaar:
  2. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for aanspreekbaar from Dutch to German

aanspreekbaar:

aanspreekbaar adj

  1. aanspreekbaar (toegankelijk; toeschietelijk; benaderbaar; genaakbaar)
    ansprechbar; zugänglich; zuvorkommend

Translation Matrix for aanspreekbaar:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
ansprechbar aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk
zugänglich aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk amicaal; bedaard; begaanbaar; benaderbaar; bereidwillig; bereikbaar; gelijkmoedig; genaakbaar; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; onbewogen; ontvankelijk; open; openstaand; rustig; sereen; tegemoetkomend; toegankelijk; toeschietelijk; vatbaar; vriendschappelijk; welwillend
zuvorkommend aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk behulpzaam; bereidwillig; coöperatief; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; goedwillig; inschikkelijk; medewerkend; op een aardige manier; tegemoetkomend; toeschietelijk; vriendelijk; welwillend; willig

Related Words for "aanspreekbaar":

  • aanspreekbaarheid, aanspreekbare

Wiktionary Translations for aanspreekbaar:

Cross Translation:
FromToVia
• aanspreekbaar → annahmebereit; empfangsbereit; gern Aufnahme gewärend; empfänglich; mäßig; zugänglich ↔ abordable — rare|fr Qu’on peut aborder.

External Machine Translations:






Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0226 seconds
Page rendered in 1.0 seconds