Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. appartementen:
  2. appartement:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for appartementen from Dutch to German

appartementen:

appartementen [de ~] noun, plural

  1. de appartementen (flats)
    die Appartements

Translation Matrix for appartementen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Appartements appartementen; flats

Related Words for "appartementen":


appartement:

appartement [het ~] noun

  1. het appartement
    Appartement; die Wohnung
  2. het appartement
    Appartement

Translation Matrix for appartement:

NounRelated TranslationsOther Translations
Appartement appartement flat; ontvangkamer; salon
Wohnung appartement accommodatie; behuizing; honk; huis; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; residentie; tehuis; thuis; verblijf; verblijfplaats; woning; woonhuis

Related Words for "appartement":


Wiktionary Translations for appartement:


Cross Translation:
FromToVia
appartement Appartement; Wohnung apartment — domicile occupying part of a building
appartement Wohnung; Appartement; Etagenwohnung; Gemach; Zimmerflucht; Suite appartement — Ensemble de pièce formant une habitation indépendante dans un immeuble collectif.